De 100 beste fondsen
Welke beleggingsfondsen behoorden de afgelopen vijf jaar tot de toppers? We zochten het uit voor diverse categorieën en sectoren.
TEKST: ARIE WESTENENG
Een ranglijst van de best presterende beleggingsfondsen is natuurlijk mooi. Maar waarom zou je in fondsen beleggen en niet in individuele aandelen, obligaties of vastgoedobjecten?
Voordeel 1: spreiding
Als je in één aandeel belegt, ben je erg afhankelijk van het wel en wee van één onderneming. Presteert die goed? Zit het bedrijf in kansrijke markten en sectoren? Hebben de landen waar het actief is een gunstig economisch en politiek klimaat? De vooruitzichten voor een bedrijf kunnen soms ineens omslaan. Heel specifieke risico’s wil je liever niet lopen als belegger. Als je beleggingen goed spreidt, raakt één slecht presterend aandeel je minder hard. Ook bij bijvoorbeeld vastgoed is spreiding belangrijk. Eén vastgoedobject in één land kan op een gegeven moment onaantrekkelijk worden. Bijvoorbeeld als het vestigingsklimaat verslechtert of als de overheid opeens extra belastingen heft. Daarnaast kunnen voorkeuren van bedrijven of particulieren die vastgoed huren, wijzigen. Spreiden via een fonds verruimt je mogelijkheden en verkleint de risico’s. Een kanttekening is wel op zijn plaats. Hoe je ook spreidt, beleggen brengt altijd risico’s met zich mee. Als een financiële markt in zijn geheel in waarde daalt, kun je niet helemaal ontkomen aan die marktbeweging door te spreiden.
Voordeel 2: expertise
Een ander voordeel van beleggingsfondsen is dat je kennis en ervaring inhuurt. Het is alsof je een vermogensbeheerder de volgende opdracht geeft: ‘Beleg voor mij in kansrijke Amerikaanse aandelen’ of ‘beleg voor mij in interessante vastgoedprojecten.’ Als je als individu één op één overlegt en afspraken maakt met een vermogensbeheerder, is dat duur. Dit is vaak enkel voorbehouden aan beleggers met tonnen aan vermogen. Beleggingsfondsen kunnen voor je investeren in grote en kleine bedrijven in binnen- en buitenland. In obligaties, vastgoed en/of aandelen, zonder dat je van de verschillende deelmarkten zelf alle kennis hoeft te hebben. Het dagelijkse beheer uitbesteden aan experts is handig en bespaart tijd. De belegger hoeft alleen de hoofdlijnen te begrijpen.
Voordeel 3: schaalvoordelen
Een beleggingsfonds verzamelt vermogens van verschillende beleggers en gaat met een gemeenschappelijke portefeuille aan de slag. De kosten voor de belegger zijn daardoor gemiddeld lager dan bij individuele beleggingsportefeuilles. Bovendien kun je met veel minder geld starten met beleggen. Het bij elkaar brengen van vermogens zorgt dus voor schaalgrootte: je belegt samen met meer geld en deelt de kosten.
Voordeel 4: vergelijken
Prestaties van beleggingsfondsen kun je goed vergelijken. Niet alleen ten opzichte van een marktgemiddelde, beurs- of sectorindex, maar ook onderling, dus ten opzichte van elkaar. Kijk periodiek naar de prestaties, rendementen en kosten van fondsen en weeg die goed af. Neem daarbij ook het door de fondsbeheerders gelopen risico mee. Sites als Morningstar kunnen je daarbij helpen.
Tip: passief fonds is goedkoper
Actief beheerde fondsen zijn duurder dan passieve fondsen, terwijl ze lang niet altijd beter zijn. De eerste zijn fondsen waarvan de beheerders impliciet stellen slimmer te beleggen dan de markt. Door de beleggingen actief bij te sturen, zou een fondsbeheerder een hoger rendement halen dan de markt. Maar in de praktijk is het rendement van passieve fondsen juist vaak beter. Deze fondsen zijn vaak ook nog eens een stuk voordeliger. Passief beleggen wordt ook wel indexbeleggen genoemd, omdat een passief fonds een bepaalde index volgt. Actieve fondsbeheerders wekken vaak de indruk dat ze goed zicht hebben op de prestaties van bedrijven. Maar ze zijn niet de enigen die aandelen onderzoeken en beleggen. Ook voor professionals is het moeilijk om jaar na jaar beter te beleggen dan anderen. Wie niet zo gelooft in de wijsheid van beleggingsdeskundigen, kan kiezen voor een indexfonds. Zo’n fonds wordt ook wel een tracker of ETF genoemd en is dus doorgaans een stuk voordeliger dan een actief beheerd fonds. Er is ook alle reden om rekening te houden met de kosten. Want lage kosten zorgen er in ieder geval voor dat een groter deel van het rendement naar de beleggers gaat.
Let op
Hooggespannen verwachtingen zitten vaak in de koersen van fondsen verwerkt. Bovendien speelt niet alleen ratio, maar ook sentiment een belangrijke rol bij beleggen. Hoge bomen vangen veel wind. De winnaars van gisteren kunnen best weleens de verliezers van morgen zijn. Dat geldt natuurlijk ook voor onze lijsten met de beste beleggingsfondsen. Het is misschien meer geluk dan wijsheid dat bepaalde fondsen in de top zijn geëindigd. Dit benadrukt nog eens de noodzaak om te spreiden. Hoe meer je beleggingen gespreid zijn over regio’s en sectoren, hoe beter. Beleggingsfondsen richten zich doorgaans op een bepaalde regio en/of bedrijvensector. Per regio of sector zijn er meestal indices waartegen de prestaties van een fonds worden afgezet. Een index is een bepaald mandje van bijvoorbeeld aandelen van bedrijven. Een beleggingsfonds gebruikt een index als benchmark.
Onze top-100
Voor onze top-100 hebben wij beursgenoteerde beleggingsfondsen geselecteerd die in euro’s noteren en ten minste vijf jaar bestaan. We hebben lijstjes gemaakt voor aandelenfondsen die zich richten op Amerika, Azië-Pacific, Europa, Nederland en op de hele wereld. Verder hebben we algemene obligatiefondsen en indirecte vastgoedfondsen geselecteerd. Dit zijn vastgoedfondsen die op hun beurt ook weer beleggen in vastgoedfondsen voor extra spreiding. In de lijstjes komen zowel passieve als actief beheerde fondsen voor. De laatste herken je vaak aan de veel hogere kosten. In onze lijstjes tonen we het rendement over het afgelopen jaar en over de afgelopen drie en vijf jaar. Het gaat om rendementen als je de dividenden had herbelegd. We kijken dus niet alleen naar de koersontwikkeling, maar ook naar de winstuitkeringen (dividenden). Als je die herbelegt in een beleggingsfonds, krijg je rendement op rendement. Het effect daarvan nemen we mee in de vergelijking. Zo kun je fondsen die geen tussentijdse uitkeringen doen, eerlijk vergelijken met fondsen die dat wel doen. De kosten die het beleggingsfonds rekent, laten we ook zien. Het gaat daarbij om een percentage per jaar dat de fondsbeheerder rekent. De kosten zijn al in het rendement van de beleggingsfondsen verwerkt. Afhankelijk van de bank of broker waar je belegt, kunnen er ook nog kosten zijn voor het aankopen, verkopen en beheren van de beleggingsfondsen. Daar heb je zelf invloed op als je een broker of bank kiest. Verder tonen wij de MoneyView-index en de Geldgids-score. De MoneyView-index geeft de gemiddelde prestatie van een beleggingsfonds in een bepaalde beleggingscategorie weer. De Geldgidscore bepaalt de ranking van de fondsen in de overzichten en is onder meer gebaseerd op het rendement in de achterliggende vijfjaarsperiode. Bij de beoordeling van de rendementen van de fondsen hebben we rekening gehouden met de gelopen risico’s. Hebben beleggers bij een fonds meer risico gelopen, dan levert dat puntenaftrek op. Een kanttekening bij de nummer 1 onder de Amerikaanse beleggingsfondsen, de Lyxor Leveraged NASDAQ 100 ETF. Dit fonds kent een hefboom. Het heeft als doel beleggers twee keer de koersbeweging te bieden van de bekende Amerikaanse technologiebeurs. Bij een stijging gaat de koers van het fonds twee keer zo hard omhoog, maar bij een daling ook twee keer zo hard omlaag. Het fonds heeft een mooi rendement gehaald in de afgelopen jaren, maar kent dus een extra hoog risico. Staar je bij beleggingsfondsen dus niet blind op rendementen. Verdiep je altijd in de strategie, de kenmerken en risico's van beleggingsfondsen vóór je ze aankoopt.