
11 vragen over de vermogensheffing
1 Wat gebeurt er met mijn aangifte over 2021?
Wie geld terugkrijgt bij de aangifte over 2021, krijgt eerst een automatische voorlopige aanslag (AVA). In deze AVA is nog geen rekening gehouden met de nieuwe box 3-regels (in jargon ‘forfaitaire spaarvariant’ genoemd), maar je krijgt wel alvast geld terug afgezien van de vermogensheffing. Vanaf augustus komt dan een nieuwe aanslag die wel compleet is. Dan is ook de nieuwe versie van de online aangifte 2021 klaar. Hiermee kun je desgewenst een herziene aangifte indienen en kiezen voor een andere verdeling tussen partners. De nieuwe berekening kan niet leiden tot een minder gunstig resultaat (zie ook vraag 3). Belastingrente wordt alleen in rekening gebracht bij mensen die kozen voor uitstel tot 1 september. Die krijgen wellicht pas op 1 november een aanslag, met 6 weken de tijd om te betalen. Zij betalen dan 4% rente over de periode van 1 juli tot 13 december. Bij een naheffing van €3000 is de belastingrente dan €44.
2 Wat gebeurt er met de voorlopige aanslag 2022?
In maart 2022 is een invorderingspauze ingevoerd voor de voorlopige aanslag over dit jaar. Voor wie geen box 3-inkomen heeft, wordt de invorderingspauze stopgezet en moet betaling van de termijnen hervat worden. Voor wie wel box 3-inkomen heeft, loopt de invorderingspauze door totdat de definitieve aanslag wordt opgelegd.
3 Wat gebeurt er dit jaar met de vermogensheffing?
Volgend jaar wordt de belastingaanslag over 2022 volgens de gebruikelijk manier opgelegd. In het aangifteprogramma wordt de nieuwe manier van vermogensheffing verwerkt. Dat betekent dat de vermogensmix per 1 januari 2022 de basis vormt voor de belasting over dit kalenderjaar.
Wie op die datum al het vermogen op een spaar- of bankrekening had staan, betaalt belasting over het tegoed na aftrek van de vrijstelling op basis van 0,01% forfaitair rendement. Wie medio 2022 al zijn spaargeld naar een beleggingsrekening overhevelt, kan onbelast winst maken. Het tegoed wordt het hele jaar belast alsof het spaargeld is. Het andere uiterste is dat iemand op 1 januari 2022 zijn hele tegoed in beleggingen of vastgoed had staan. Die moet in principe 5,53% rendement rekenen, ongeacht het werkelijke rendement. Maar in de praktijk zal dat niet gebeuren. De staatssecretaris van Financiën heeft beloofd de oude methode van berekenen te blijven volgen als die gunstiger is voor de belastingplichtige. Het rechtsherstel moet niet tot nadeel leiden. De nieuwe versie van de online aangifte moet dus 2 berekeningen maken. Een op basis van de oude en een op basis van de nieuwe methode. Hieruit moet automatisch de meest gunstige variant gekozen worden.
De keuze hiervoor is niet gemaakt uit toegevendheid of vriendelijkheid. Wetgeving mag niet met terugwerkende kracht worden gewijzigd. Degene die geld terugkrijgen ontvangen dat niet op basis van gewijzigde wetgeving, maar op basis van ministeriele goedkeuring. Dit geldt voor 2021 en voor 2022. Voor 2023 is er nog tijd om wetgeving in te voeren, dus dan is dit tweesporenbeleid niet langer nodig.
4 Hoe gaat het na 2022?
Voor de vermogensheffing over 2023 en 2024 wordt nieuwe wetgeving opgesteld. Op Prinsjesdag 2022 zal dit als onderdeel van het belastingplan 2023 bekendgemaakt worden. De aandacht zal ongetwijfeld uitgaan naar het voorkomen van misbruik. Denk hierbij aan het verkopen van beleggingen voor het einde van dit jaar, met als doel om op 1 januari 2023 het hele vermogen te laten meetellen als onbelast spaargeld. Dat kan voorkomen worden als banken en brokers in de loop van 2022 het gemiddeld belegd vermogen gaan bijhouden en dat begin 2023 aan de fiscus melden. Of dat haalbaar is, is moeilijk te zeggen.
Volgens de nieuwe wet kunnen beleggers en vastgoedeigenaren ook zwaarder belast gaan worden dan nu het geval is. Zie vraag 6.
Vanaf 2025 komt er een vermogensheffing op basis van het werkelijke rendement. Dat zal een vermogensaanwasbelasting worden.
5 Wat is dat, vermogensaanwasbelasting?
Dan wordt belasting geheven over het werkelijk behaalde rendement, waarbij ook rekening gehouden wordt met de waardevermeerdering. Wie bijvoorbeeld een woning verhuurt, moet de inkomsten uit verhuur aangeven en ook de waardevermeerdering in het belastingjaar.
De vraag is hoe de Belastingdienst de waardevermeerdering zal gaan vaststellen. Zoals bekend loopt de WOZ-beschikking van de gemeente een jaar achter, aangezien de beschikking van begin 2026 een peildatum heeft van 1 januari 2025. De meest logische oplossing is dan dat de waardestijging van het jaar daarvoor belast wordt, dus bij het belastingjaar 2025 het verschil tussen de waarde in januari 2025 ten opzichte van januari 2024. Waardeverminderingen worden ook meegeteld.
6 Worden woningen in de toekomst ook belast als vermogen?
Een woning valt alleen onder de vermogensheffing als het geen eigen woning is. Dat is nu al zo en dat gaat voor zover bekend ook niet veranderen. Bij een box 3-woning verandert er wel wat. Er wordt jaarlijks ongeveer 5,5% belast van de waarde aan het begin van het belastingjaar. Als er op de woning een schuld zit, is die niet volledig aftrekbaar. Eerst wordt het bedrag verminderd met de schuldendrempel van €3200 (voor fiscale partners €6400). Daarna kan de schuld tegen ongeveer 2,5% worden afgetrokken.
Een verhuurde woning wordt vanaf 2023 anders belast dan daarvoor, als er een schuld op de woning rust. En vanaf 2025 verandert het weer. Verhuurde woning vanaf 2023 Joris verhuurt een woning aan studenten. Hij heeft een lening van €200.000, terwijl de woning €300.000 waard is. Tot 2023 geldt wettelijk nog geen apart fictief rendement voor schulden in box 3. Schulden kunnen in mindering worden gebracht op het vermogen, na verrekening van de aftrekdrempel. Zijn vermogen in stenen bedraagt €103.200. Na verrekening van de vrijstelling is in 2021 maar €53.200 belast. Dat komt uit op €339 belasting. Vanaf 2023 kan hij zijn schuld nog maar tegen 2,5% verrekenen. Hierdoor stijgt de vermogensheffing voor hem naar ongeveer €2700. In 2021 en 2022 zou de vermogensheffing volgens hetzelfde principe afgehandeld kunnen worden, maar daar is - zie de uitleg bij vraag 4 – geen wettelijke basis voor. De rekentool in deze Geldgids houdt daar rekening mee. Verhuurde woning vanaf 2025 Sandra verhuurt een woning die op 1 januari 2025 een waarde heeft van €300.000. Op 1 januari 2026 is de woning €310.000 waard. De huuropbrengst in 2025 bedraagt €15.000. In totaal wordt dan belasting geheven op €25.000 aan winst. Bij een tarief van 31% vermogensaanwasbelasting kan dan de helft van de huurinkomsten wegvloeien naar de fiscus. Hoe er rekening gehouden wordt met de vermogensvrijstelling, is nog niet bekend. In eerdere plannen werd voorgesteld een vast bedrag van €400 in mindering te brengen op het rendement, zodat in bovengenoemd voorbeeld niet €25.000 maar €24.600 belast wordt. In dat geval bedraagt de heffing €7626.
7 Hoe gaat de compensatie eruitzien over eerdere jaren, vanaf 2017?
Volgens de Belastingdienst hebben ongeveer 60.000 belastingplichtigen bezwaar aangetekend tegen de vermogensheffing in de jaren 2017 tot en met 2020. Zij dienden in totaal 210.000 bezwaarschriften in. Deze vallen allemaal onder de regeling massaal bezwaar. Zij kregen tussen 1 juni en 5 augustus bericht over de hoogte van de tegemoetkoming. Met behulp van de rekentool in deze digitale Geldgids kun je zelf een berekening maken. In september en oktober worden de aanslagen over 2017 tot 2020 herzien die op 24 december nog niet definitief waren of die nog niet waren opgelegd. In onderstaand tabelletje een overzicht van de forfaits waarmee de vermogensmix vanaf 2017 berekend wordt. De cijfers voor 2022 zijn gebaseerd op een voorlopige schatting.

8 En hoe zit het met de gedupeerden die geen bezwaar hebben gemaakt?
Er zijn nog miljoenen aangiften over 2017 tot en met 2020 waartegen geen bezwaar is gemaakt. Volgens de Belastingdienst hebben in de eerste maanden van dit jaar een kleine 100.000 mensen zich gemeld voor een ambtshalve herziening van belastingaangiftes. Zij hebben geen antwoord gekregen en dat zal waarschijnlijk ook niet gebeuren. Het is nog steeds niet bekend of er wel een tegemoetkoming komt voor de jaren dat de aanslag al onherroepelijk vaststaat. Het ziet er niet goed uit voor degenen die niet zijn aangesloten bij het massaal bezwaar. De Hoge Raad heeft op 20 mei geoordeeld (ECLI:NL:HR:2022:720) dat rechtsherstel niet verplicht is voor deze groep. De uitspraak van de Hoge Raad van 24 december 2021 is nieuwe jurisprudentie. Die telt alleen voor belastingplichtigen die bezwaar hebben gemaakt of van wie de aanslag op het moment van de uitspraak nog niet definitief vast stond. Het is aan de minister van Financiën om ook anderen compensatie te geven. Daarmee legt de Hoge Raad de bal weer terug bij de minister of de Tweede Kamer.
9 Wat gebeurt er met toeslagen?
Het box 3-vermogen speelt niet alleen bij de inkomstenbelasting. Je komt het ook tegen bij toeslagen als onderdeel van het verzamelinkomen. Wie €120.000 vermogen heeft, zit nog onder de maximale vermogensgrens voor de zorgtoeslag of kindgebonden budget. Het vermogen telt wel mee via het verzamelinkomen. Een rekenvoorbeeld voor de zorgtoeslag. Van €120.000 vermogen gaat de vrijstelling van €31.747 af. Vervolgens berekent de Belastingdienst het voordeel uit box 3 op €2563. Dat bedrag telt mee bij het verzamelinkomen. Als de nieuwe berekening wordt toegepast, is het verzamelinkomen lager en moet de burger meer zorgtoeslag krijgen. In dit voorbeeld scheelt het €348 per jaar. De staatssecretaris van Financiën heeft aangegeven dat in dit soort gevallen rechtsherstel geboden is. Wij verwachten dat dat zal gebeuren met terugwerkende kracht vanaf 2017 en de dienst Toeslagen hier het initiatief voor neemt. Maar tot nu toe zijn de mededelingen hierover behoorlijk vaag.
10 En met de eigen bijdrage WLZ?
De oude manier van vermogensheffing speelt ook een rol bij het vaststellen van de eigen bijdrage Wlz en beschermd wonen Wmo met vergoeding voor de wooncomponent. Die bijdrage kan op grond van de nieuwe regels lager worden.
Hier lijkt het ministerie van Financiën wel een voorbehoud te maken. Het wordt onderzocht wat de impact is voor het budget van andere ministeries en in hoeverre herstel uitvoerbaar is. Het kan nog tot eind mei duren dat hierover uitsluitsel gegeven wordt.
11 Wat is het gevolg voor erfenissen vanaf 2017?
Ook bij erfenissen speelt het rechtsherstel voor de vermogensbelasting een rol. De compensatie kan ook uitgekeerd worden aan de erfgenamen van belastingplichtigen die inmiddels overleden zijn. De staatssecretaris laat weten dat nog wordt onderzocht of over deze compensatie erfbelasting gerekend zal worden en zo ja, hoeveel.